Leven Lang Ontwikkelen: minder werknemers volgen een opleiding of cursus

Mandy Bakker 17 maart 2023 4 min
Categorie: Opleiding & Ontwikkeling

Jaarlijks brengen de SER en onderzoeksbureau TNO de leercultuur van Nederland in kaart. Dit keer met het thema Leven Lang Ontwikkelen (LLO) als leidraad. Hoe staat het met de ontwikkelbehoefte van medewerkers? Zien we verschillen in animo voor scholing onder de diverse contractvormen?
In dit artikel nemen we jou mee in de recente uitkomst van de Monitor Leercultuur 2022.

Nederlandse leercultuur in drie thema’s

Op basis van drie thema’s: leergedrag, gevoelde urgentie en stimulerende factoren is de leercultuur in Nederland onderzocht. Opvallend is dat het aantal werkenden dat een opleiding of training volgt langzaam daalt. Dit aandeel neemt jarenlang gestaag af. 54% van de werknemers volgden in 2012 een opleiding of cursus. In 2021 was dit gedaald naar 49%. Uit het onderzoek blijkt dat werknemers minder behoefte aan scholing hebben. In 2012 had bijna de helft van de werknemers interesse in een opleiding of cursus. In 2021 ligt dat op 42% en is het aantal gedaald naar iets meer dan 4 op de 10 medewerkers.

Waar ligt dat dan aan? Want werkgevers bieden nog steeds evenveel scholingsmogelijkheden aan. Ook het aantal werknemers dat steun ervaart is met 4% toegenomen vergeleken met 2012 tot 78%.

Lees ook: 6 tips om de loopbaanontwikkeling van je medewerkers te stimuleren

Redenen voor afname in scholingsdeelname

Werknemers laten weten dat ze minder behoefte voelen voor een opleiding of cursus. Waarom die behoefte precies daalt blijft onduidelijk. Ook wordt de coronapandemie genoemd. Verder onderzoek moet uitwijzen of dat van invloed is geweest. Wel geeft het onderzoek mogelijke verklaringen voor deze afname.

1. Meer flexcontracten

Bij flexwerkers zien we dat de scholingsbehoefte en deelname aan opleidingen sterker afneemt dan bij werknemers met een vast contract. In 2012 had bijna een vijfde van de werknemers een flexibele arbeidsrelatie. In 2021 was dat een derde van de werknemers volgens het CBS. Zo nam bij werknemers met een tijdelijk contract de behoefte om te leren en ontwikkelen af met 18 % , voor oproepkrachten met 12% en bij uitzendkrachten met 8%. Bij de vaste contracten nam de behoefte met 6% af.

2. Vergrijzing van de beroepsbevolking

Daarnaast is de vergrijzing in Nederland gestegen. Het aandeel 55-plussers is onder werknemers toegenomen van 15% in 2012 naar 19% in 2021. Uit onderzoek blijkt dat werknemers in deze leeftijdscategorie over het algemeen minder vaak de behoefte voelen om een opleiding te volgen. Een kanttekening daarop is dat dit zeker niet voor iedereen geldt. Dit is afhankelijk van meerdere factoren. Bijvoorbeeld hoeveel aandacht hier vanuit de organisatie aan wordt geschonken.

Zo blijkt uit een recent onderzoeksrapport van Studytube dat 40% van het leerbudget binnen organisaties nog ongebruikt blijft.

Lees ook: 40 procent van leerbudget blijft ongebruikt

3. Werknemer aan zet op krappe arbeidsmarkt

In de huidige arbeidsmarktkrapte zijn werknemers aan zet. Werknemers hebben meer zicht op baankansen, waardoor dit een mogelijke reden is om niet gelijk een opleiding of cursus te volgen. In sommige gevallen speelt de urgentie hier dan geen rol.

4. Gebrek aan tijd

Een lange to-dolijst, weinig tijd voor ontwikkeling. Een andere reden gaat over tijdsgebrek voor een opleiding. Of door een personeelstekort, waardoor minder tijd wordt vrijgemaakt voor de ontwikkeling van werknemers. En dit is zo zonde. Juist als je voldoende tijd en energie in werknemers stopt, dan krijg je dit dubbel en dwars terug. Zo voorkom je dat werknemers uitgeput raken door de werkdruk.

Lees ook: Investeringen in wellbeing, training en ontwikkeling leveren geld op

Vergelijkingen in dienstverband

Bron: SER

Uitzendkrachten

Volgens de Flexbarometer bestaat de groep uitzendkrachten uit 423.000 werknemers. Bij uitzendkrachten bleef het percentage dat een cursus had gevolgd in de afgelopen 10 jaar stabiel, maar relatief laag, rond de 35%.

Oproep- of invalkracht

Binnen de groep werknemers met flexibele contracten zijn verschillen in hun deelname aan scholing zichtbaar. Vooral werknemers met een tijdelijk contract en oproepkrachten volgen minder vaak een training of cursus. Bijna driekwart van de inval- en oproepkrachten is jonger dan 24 jaar. Daarvan werkt twee derde minder dan 20 uur per week en volgt daarnaast al een opleiding van 6 maanden of langer.

Steun en betrokkenheid vanuit leidinggevende

Uit het onderzoeksrapport blijkt dat werknemers met een flexcontract minder steun ervaren van hun leidinggevende voor het stimuleren van de loopbaanontwikkeling vergeleken met vaste krachten. Zo ervaart 80% van de werknemers met een vast contract voldoende steun voor ontwikkelmogelijkheden. Dit is bij tijdelijke contracten voor 73% het geval, 65% van de oproepkrachten en 62% van de uitzendkrachten. Daar liggen dus nog kansen voor het oprapen.

Tip! Als tip geeft de SER nog aan om werknemers een meer gevarieerd of uitdagender takkenpakket aan te bieden. Maar ook om samenwerkingen met collega’s te stimuleren, die een andere expertise hebben.  Of simpelweg het gesprek voeren met een werknemer over het belang van een leven lang ontwikkelen. Zo laat je werknemers proeven van de ontwikkelmogelijkheden op de werkvloer.

>