9 highlights veranderingen in de wet voor Q4 2020

Denise Brijan 7 oktober 2020 7 min
Categorie: Wet & Regelgeving

Er zijn regelmatig wetswijzigingen die belangrijk zijn voor de uitzendbranche. In dit artikel vind je een overzicht van de negen belangrijkste veranderingen voor het vierde kwartaal van 2020.

1. Herziene Detacheringsrichtlijn – 30 juli 2020 

Vanaf 30 juli 2020 hebben gedetacheerde werknemers recht op aanvullende arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden, en gelden er nieuwe plichten voor werkgevers. Door implementatie van deze richtlijn in de Nederlandse wetgeving wijzigt het volgende:

De harde kern van arbeidsvoorwaarden waar gedetacheerde werknemers recht op hebben wordt uitgebreid met:

  • voorwaarden voor huisvesting van werknemers, indien de werkgever huisvesting ter beschikking stelt aan de werknemers die zich niet op hun gewone werkplek in Nederland bevinden; en
  • vergoeding van uitgaven voor reis-, maaltijd- en verblijfkosten voor werknemers die beroepshalve van huis zijn. Het gaat hierbij uitsluitend om de kosten die gedetacheerde werknemers maken wanneer zij moeten reizen van en naar hun gewone werkplaats in Nederland, of wanneer zij door hun werkgever tijdelijk vanuit die gewone werkplaats naar een andere werkplaats worden gezonden.

Recht op aanvullende arbeidsvoorwaarden na 12 dan wel 18 maanden

Na 12 maanden hebben gedetacheerde werknemers voortaan recht op aanvullende Nederlandse arbeidsvoorwaarden. Zij hebben dan recht op alle Nederlandse arbeidsvoorwaarden –en omstandigheden uit de Nederlandse arbeidswetten en algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen, met uitzondering van bepalingen over aanvullende pensioenregelingen en bepalingen over het sluiten en beëindigen van de arbeidsovereenkomst.

Wanneer de detachering in eerste instantie 12 maanden of korter duurt, en de detachering door omstandigheden uitloopt tot maximaal 18 maanden, dan kan de buitenlandse werkgever ervoor kiezen om de eerste 18 maanden enkel de ‘harde kern’ van arbeidsvoorwaarden toe te passen. Voor detacheringen die vóór 30 juli 2020 van start zijn gegaan geldt deze verlenging tot 18 maanden automatisch. Voor detacheringen die op of na 30 juli 2020 van start zijn gegaan kan een kennisgeving voor verlenging worden gegeven in het online meldloket.

Aanvullende arbeidsvoorwaarden en plichten gedetacheerde uitzendkrachten

Buitenlandse uitzendbureaus of andere bedrijven die uitzendkrachten in Nederland ter beschikking stellen, dienen vanaf dag één alle algemeen verbindend verklaarde bepaling uit de toepasselijke cao aan te bieden, met uitzondering van bepalingen over aanvullende pensioenregelingen en bepalingen over het sluiten en beëindigen van de arbeidsovereenkomst.

Daarnaast blijft het buitenlandse uitzendbureau er verantwoordelijk voor dat de gedetacheerde uitzendkracht de correcte arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden ontvangt, ook als deze door de opdrachtgever wordt doorgezonden naar een derde partij. De opdrachtgever is verplicht om de buitenlandse werkgever vooraf te informeren over het doorzenden van de gedetacheerde uitzendkracht.

Bron: www.postedworkers.nl

2. Nieuwe regels Wajong per september 2020 en vanaf 2021

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel vereenvoudiging Wajong aangenomen. De regels voor de berekening van de Wajong-uitkering worden makkelijker.

Hierdoor houdt de Wajonger meestal meer geld over als hij gaat werken en kan hij altijd terugvallen op de Wajong als hij zijn werk verliest. Ook houdt de Wajonger zijn volledige Wajong-uitkering als hij een opleiding volgt. Deze verandering geldt al vanaf het nieuwe schooljaar. De overige wetswijzigingen gaan in vanaf 1 januari 2021.

Iedere werkende Wajonger heeft met de nieuwe regels altijd minimaal hetzelfde inkomen als iemand die zonder Wajong met hetzelfde functieloon en uren werkt. UWV gaat daarnaast voor alle werkende Wajongers de nieuwe regels met de oude regels vergelijken. Als de uitkering op basis van de nieuwe regels lager uit zou komen dan de oude uitkering, krijgt de Wajonger een garantiebedrag dat het verschil tussen de oude en nieuwe situatie compenseert als je aan het werk bent.

Voortgezette werkregeling

In het nieuwe wetsvoorstel is op verzoek van de Eerste Kamer ook een uitzondering gemaakt voor een groep Wajongers die vanaf 2015 onafgebroken heeft gewerkt en dicht zit op instroom in de voortgezette werkregeling. Dit zou een aanvulling tot 100 procent WML betekenen. Deze groep ontvangt een garantiebedrag op basis van de voortgezette werkregeling. Het gaat naar schatting om zo’n 1.300 Wajongers die sinds januari 2015 aaneengesloten hebben gewerkt en verwacht hadden in 2021, 2022 of 2023 in te stromen in de voortgezette werkregeling.

Bron: Salaris Vanmorgen

3. WAB – duidelijkheid over vaste arbeidsomvang oproepkracht (januari 2021?)

Een werkgever moet na 12 maanden een oproepkracht een aanbod voor een vast aantal uren doen. Minister Koolmees gaat de WAB op dit punt verduidelijken.

De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) blijkt op dit punt onvoldoende duidelijk te zijn. De onduidelijkheid zit in de vraag wat de ingangsdatum voor de vaste arbeidsomvang moet zijn, als de werknemer dat aanbod aanvaardt. De minister zal de wet op dit punt verduidelijken door een bepaling op te nemen in de Verzamelwet SZW 2021.

Maximaal een maand

Op grond van de WAB heeft de werkgever op dit moment een maand de tijd om een aanbod voor een vaste arbeidsomvang te doen na een periode van 12 maanden. De minister is van plan voor te stellen de werknemer ook maximaal een maand te geven om het aanbod te accepteren, waarbij de vaste arbeidsomvang ingaat op de eerste dag na de veertiende maand als de werknemer accepteert.

Eerste dag na 14e maand

Dit betekent dat het vaste aantal uren ingaat op de eerste dag na de veertiende maand, tenzij de werkgever en werknemer een eerder moment overeenkomen. Vanaf dat moment heeft de werknemer dus recht op het vaste aantal uren en daarmee op betaling van loon over dat aantal uren. Koolmees sluit hierbij aan bij de oplossing die ook in de literatuur is voorgesteld.

Bron: Rijksoverheid

4. Payrollwerknemers niet langer verplicht bij StiPP vanaf 2021

Vanaf 1 januari 2021 vallen payrollwerknemers niet langer onder de verplichtstelling van StiPP. Dit hebben sociale partners besloten naar aanleiding van de nieuwe wetgeving rondom payrollpensioen. De wetgeving regelt dat payrollwerknemers per 1 januari 2021 recht hebben op een adequaat pensioen. De pensioenregeling van StiPP sluit niet aan op deze wettelijke regeling. Voor sociale partners was dit aanleiding om de verplichtstelling van StiPP te wijzigen met betrekking tot payrollwerknemers.

Sociale partners overleggen de komende maanden of zij een alternatieve pensioenvoorziening voor payrollkrachten gaan faciliteren. Namelijk een voorziening die voldoet aan de eisen van het wettelijk ‘adequaat pensioen’.

Bron: ABU

5. Onderhandelingen uitzend cao – 1 juni 2021

De onderhandelingen met de vakbonden over een nieuwe cao voor uitzendkrachten zijn begonnen. De ABU en NBBU willen uitzendwerk verder verbeteren en zetten in op meer perspectief voor uitzendkrachten. Investeringen in duurzame inzetbaarheid, een verbeterde pensioenregeling, verkorting van uitzendduur en contractflexibiliteit en invoering van standaarduitzendcontracten zijn onderdeel van het pakket voorstellen die de werkgevers aan de vakbonden doen. De werkgevers stellen dan ook voor om de contractflexibiliteit te verkorten van 5,5 naar 4 jaar en het gebruik van het uitzendbeding te beperken tot 52 gewerkte weken. Ook ligt er een voorstel voor het invoeren van standaardcontracten voor uitzenden. Bedoeld om het speelveld binnen de branche meer transparant en gelijk te krijgen.

Bron: ABU

6. Weigeren VOG op basis van politiegegevens – per 1-1-2021

Het is straks mogelijk dat Justis een verklaring omtrent het gedrag (VOG) weigert op basis van alleen politiegegevens. Nu kan Justis een VOG slechts weigeren als justitiële gegevens van de aanvrager in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) staan. Politiegegevens zijn hierbij ondersteunend.

De wijziging van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, gaat naar verwachting in op 1 januari 2021*.

Bron: ondernemersplein.nl

7. Beperking vrije ruimte fiscale loon WKR – 1 januari 2021

Het percentage van de vrije ruimte boven de € 400.000 van het fiscale loon wordt in 2021 verlaagd van 1,2% naar 1,18%.

De vrije ruimte is het deel van de totale loonsom dat de werkgever kan gebruiken voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan de werknemers (zoals kerstpakketten).

De vrije ruimte voor het fiscale loon tot en met € 400.000 gaat in 2021 terug naar 1,7%. In 2020 was dit percentage tijdelijk 3% in verband met de coronamaatregelen. De vrije ruimte is onderdeel van de werkkostenregeling (WKR).

In de werkkostenregeling zitten ook onbelaste vergoedingen die niet van de vrije ruimte afgaan. Dat zijn de gerichte vrijstellingen. Door de beperking van de vrije ruimte, kan de gerichte vrijstelling voor scholing van werknemers (er is dan sprake van loon uit tegenwoordige arbeid) in 2021 worden uitgebreid met een vrijstelling voor scholingskosten voor loon uit vroegere arbeid (daarmee ook voor ex-werknemers). Het moet gaan om een studie of opleiding die de werknemer volgt om een inkomen te verdienen.

De wijziging gaat naar verwachting in op 1 januari 2021*.

Bron: ondernemersplein.nl

8. Compensatie transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging – 1 januari 2021

Een kleine werkgever die zijn bedrijf door ziekte of pensionering beëindigt, heeft vanaf 2021, onder voorwaarden, recht op compensatie van de transitievergoeding voor de werknemers. De compensatie geldt ook wanneer het bedrijf stopt door overlijden van de eigenaar.

De wijziging gaat naar verwachting in op 1 januari 2021*.

Bron: ondernemersplein.nl

9. STAP-budget vervangt scholingsaftrek- 1 januari 2021

De overheid komt met het STAP-budget (Stimulans ArbeidsmarktPositie). Het ontwikkelbudget gaat de bestaande fiscale scholingsaftrek voor werknemers vervangen.

Met het STAP-budget kunnen werkzoekenden en werknemers zichzelf blijven ontwikkelen. Zij kunnen een STAP-budget ter waarde van maximaal €1000 per persoon aanvragen. Zo blijven ze van waarde op de arbeidsmarkt. Het ontwikkelbudget is onder meer voor opleidingen, cursussen en trainingen.

Tot 1 januari 2022 kunnen mensen hun scholingskosten fiscaal blijven aftrekken van hun inkomen.

De wijziging gaat naar verwachting in op 1 januari 2022*

Bron: ondernemersplein.nl

* Let op: De ingangsdatum van deze (wets)wijziging is nog niet definitief. Inwerkingtreding is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer of afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling én publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.

>