Ziek is ziek, of toch niet?

Willy de Kreij 14 december 2020 3 min
Categorie: Verzuim

Toen mij gevraagd werd om als HR-professional iets te schrijven over verzuim, kwam deze titel direct in mij op. Het thema boeit me enorm, want ‘ziek zijn’ is niet alleen in theorie voor veel uitleg vatbaar, het verschilt van mens tot mens hoe er over wordt gedacht.

Pas als je been eraf ligt….

Ik besprak dit onderwerp eens met een vroegere collega. Zelf nooit ziek, altijd 200% gevend en zeer betrokken bij de organisatie. Een van de managers had zich met vage klachten ziekgemeld voor een belangrijke bijeenkomst. Volgens mijn collega van toen ondenkbaar! “Je meldt je toch niet ziek op zo’n belangrijk moment. Als je been eraf ligt, ja dan… maar niet met een snotneus en wat verhoging, dan kom je gewoon.” Ze vond het niet kunnen.

Voor iedereen is ziek iets anders

Het voorval heeft mij ervan bewust gemaakt dat ziek zijn voor iedereen iets anders kan betekenen. Je meet het vaak aan je eigen gedrag af. Even cru gezegd: ‘Ik meld me nooit ziek, dus waarom een ander wel vier keer per jaar?’  Tja, waarom? Misschien heeft de ander een minder goede gezondheid, is hij of zij vatbaarder voor infecties, virussen, et cetera? Misschien is er onderliggend iets aan de hand wat nog onbekend is? Is er thuis iets aan de hand? Zeg het maar. Het werd mij duidelijk dat mijn of jouw verzuimgedrag niet de maatstaf is.

Welke maatstaven zijn er dan wel?

Als eerste haal ik de bedrijfsarts van stal. Dat hebben we namelijk in werkend Nederland wel goed geregeld. Een bedrijfsarts beoordeelt niet of iemand ziek is, maar in hoeverre hij of zij nog geschikt is om te werken. Arbeidsgeschikt of – gedeeltelijk – arbeidsongeschikt. Een gebroken been is bijvoorbeeld voor een glazenwasser heel onhandig, maar in een administratieve functie valt er met enige aanpassingen nog wel goed te werken. Een bedrijfsarts kan beoordelen in hoeverre een werknemer nog wel of niet kan werken en wat daarvoor nodig is. Waar ik wat moeite mee heb is dat anderen dan de bedrijfsarts, denk aan huisarts, specialist en andere (para)medici het advies geven aan een werknemer om maar thuis te blijven. Ik betwist niet dat zij kennis van zaken hebben, maar alleen een bedrijfsarts kan bepalen in hoeverre iemand belastbaar is voor werk.

Praktijk en privacy

De inzichten die ik in de loop der tijd heb opgedaan, gebruik ik – naast de wettelijke kaders – in de praktijk. Ik hoor wel eens om me heen dat de privacyregels het heel moeilijk maken om met verzuim om te gaan. Je mag bij een ziekmelding immers niet meer vragen wat iemand precies mankeert. Dat is waar, maar daar zit wat mij betreft niet de sleutel om met verzuim om te gaan. Bij onze organisatie wordt bijvoorbeeld groot belang gehecht aan frequente een-op-eengesprekken, de zogenaamde bila’s. Die staan al voor het hele jaar ingepland en op die manier wordt iedere medewerker ‘gevolgd’. Deze gesprekken gaan niet alleen over operationele zaken, maar ook over ‘wat wil je nog ontwikkelen’ en ‘hoe zit je in je vel’. Dat is rijke informatie en biedt de gelegenheid om verzuim te zien aankomen en voor een deel voor te zijn.

Wie wetten maakt moet streng zijn …

Wat mij betreft zijn er uiteindelijk twee dingen essentieel bij het omgaan met verzuim. Ten eerste: ken de wettelijke regels (dat zijn er meer dan je denkt!). Ten tweede: zorg dat je vaardig bent om (verzuim)gesprekken te voeren met je medewerkers. De verbinding tussen die twee zaken heb ik gevonden in deze oude oosterse wijsheid: “Wie wetten maakt moet streng zijn, wie ze uitvoert mild.” Want de kaders moeten duidelijk zijn. Gebruik de gesprekken met medewerkers als informatiebron om te komen tot een goede oplossing bij verzuimgedrag. Dat kan voor iedere persoon anders zijn en dat is prima!

Willy de Kreij

Willy heeft jaren als trainer en adviseur gewerkt in de flexbranche. Nu ontwikkelt ze trainingen voor artra en werkt ze als HR-professional. “Het is fantastisch om een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling, de professionalisering én het succes van deze kleurrijke organisatie!”

>