‘All animals are equal, but some are more equal than others…’

2 december 2019 3 min
Categorie: artra nieuws

Ik ben de helft van een tweeling. Vaak wordt mij gevraagd of ik één of twee-eiig ben. Met een broer is die vraag altijd snel beantwoord, toch? Vanaf dat ik mijzelf kan herinneren, zijn wij vergeleken met elkaar. Uiterlijk, schoolprestaties, sporten, noem maar op. Wie kan wat en wanneer kan je iets? Doordat wij precies (op wat minuten na) even oud zijn, zijn we altijd een dankbaar object voor vergelijking geweest.

Zijn we gelijk?

Je kunt bijna niet twee mensen voor de geest halen die meer verschillend zijn dan mijn tweelingbroer en ik. Of het nu gaat om uiterlijk, de kleur van onze ogen of om onze carrière. Het kan niet verder uit elkaar liggen dan bij ons. We komen volgens mij uit hetzelfde DNA met op ieder onderdeel weer een nieuwe uitkomst. Als je jong bent is dat frustrerend, nu alleen maar grappig.

Continu vergeleken

Door als tweeling op te groeien, heb je altijd jouw persoonlijke meetlat bij de hand, zeg maar. In alles wat je doet – ‘kan je al fietsen?’ – is er altijd een ijkmoment. Uiteindelijk hebben we beiden andere keuzes gemaakt, waarbij je iedere keer weer wordt geconfronteerd met je ‘peers’. Je nieuwe tweeling als het ware.

Hoe doe jij dat?

Want of je nu op het schoolplein staat om je kinderen weg te brengen of op te halen. Of je start in een nieuwe baan, of je nieuwe opdrachtgevers ontmoet, er is altijd een calibratiemoment. Op dat moment zet je met elkaar virtueel de klokken gelijk. Werk je? Ok. En heb je kinderen? Ja? En hoe doe je dat dan? Ik moet zeggen dat ik deze vraag eindeloos vaak heb mogen of moeten beantwoorden. Aan mannen wordt deze vraag nauwelijks gesteld, merk ik. Ook is de kwestie deeltijd of voltijd werken altijd een fijn dilemma met je vrouwelijke peers. Fulltime werken wordt eigenlijk altijd weggezet als ‘verdient je man (of partner) dan niet genoeg?’ of ‘arme kinderen’ (die worden natuurlijk dan verschrikkelijk verwaarloosd). Of de discussie komt snel op geld: ‘duur hè?’

Deeltijddilemma

We weten al jaren dat Nederlandse vrouwen het minste aantal uren van de gehele EU werken. De bijdrage van Nederlandse vrouwen aan het bruto binnenlands product is een van de laagste van de EU. Daarnaast is kinderopvang ook altijd de excuustruus. Ik heb nog nooit van een man gehoord dat hij minder werkt om geld op de opvang te besparen. Of verkeer ik niet in de juiste kringen? Parttime werken zit megadiep in ons DNA versleuteld. Het gaat toch niet alleen om geld, maar vooral om jezelf te ontplooien en waarde toe te voegen en uiteindelijk ook te bouwen aan je carrière?

Bitch, kenau of manwijf?

Ja, ik heb al veel mooie titels naar mijn hoofd geslingerd gekregen. Eerlijk is eerlijk, het maakt mij niet zoveel meer uit. Vraag is eerder, is het houdbaar? Kunnen we ons met zijn allen blijven verschuilen achter onze kinderen (het is echt veel beter), onze partner (hij vindt het zo fijn als alles thuis goed geregeld is) of de moedermaffia (kijk wie er nu weeeeeeer eens niet meehelpt op school)? Want ja, inderdaad, ik werk. En als we allemaal maar 1 dag meer werken lieve medevrouwen, dan zijn we van heel veel problemen af. We kunnen de pensioenberg weer optimaal meefinancieren, er zijn minder medewerkers nodig (want we kunnen de banen met elkaar opvangen) en last but not least: je verdient het salaris dat je toekomt!

Some are more equal

Yep. Als we gelijk willen worden betaald, moeten we ook gelijk gaan investeren. In geld, in tijd, in opvang en in onze carrière. Zet de eerste stap. De tweede volgt vanzelf.

 

>