3 belangrijke veranderingen in wet- en regelgeving voor Q2 2021

31 maart 2021 3 min
Categorie: Wet & Regelgeving

Er zijn regelmatig wijzigingen in wet- en regelgeving die belangrijk zijn voor de uitzendbranche. In dit artikel vind je een overzicht van de drie belangrijkste veranderingen voor het tweede kwartaal van 2021.

1. ABU-Fair Employment Code Arbeidsmigranten – recht op gelijk loon voor gelijk werk

Net als Nederlandse uitzendkrachten hebben arbeidsmigranten recht op gelijk loon voor gelijk werk. De cao voor uitzendkrachten bepaalt dat de uitzendonderneming bij de opdrachtgever uitvraagt…

  • in welke functiegroep de arbeidsmigrant gaat werken
  • wat de hoogte is van het loon
  • de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting
  • de hoogte van de periodiek
  • de hoogte en het tijdstip van de initiële loonsverhoging
  • de kostenvergoedingen
  • de toeslagen

Dit is ook een van de onderdelen uit de ABU-Fair Employment Code Arbeidsmigranten. Daarbij is de inlener op grond van een nieuw Waadi-artikel (artikel 12a) verplicht om deze informatie te verstrekken aan de uitzendonderneming. De beloning wordt per terbeschikkingstelling vastgesteld en is dus afhankelijk van bij welke opdrachtgever de uitzendkracht aan het werk gaat.

De uitzendonderneming moet het proces binnen de eigen organisatie zo hebben ingericht dat de inlenersbeloning correct kan worden vastgesteld. Om dit transparant te maken voor de uitzendkracht, bevestigt de uitzender schriftelijk aan de uitzendkracht hoe die verschillende elementen voor hem of haar gelden. Ook dit is een verplichting die voortvloeit uit de cao.

De cao heeft ook een oplossing in het geval dat de werkzaamheden niet kunnen worden ingedeeld in het functiegebouw bij de inlener. Of de uitzendkracht niet indeelbaar is, kan volgens het stappenplan uit de cao vastgesteld worden. Bij deze niet indeelbare uitzendkracht gaan de uitzendonderneming, uitzendkracht en opdrachtgever in overleg. Er wordt gekeken naar de benodigde capaciteiten voor de functie, de verantwoordelijkheden, ervaring en het opleidingsniveau. Aan de hand daarvan wordt de beloning vastgesteld.

Bron: ABU

2. Einde onbelaste reiskostenvergoeding op 1 juli

Vaste reiskostenvergoedingen voor thuiswerkers mogen na 1 juli niet meer doorlopen. De tijdelijke goedkeuring loopt dan, na meerdere verleningen, af. Reiskostenvergoedingen voor thuiswerkdagen zijn vanaf die datum belast. Het ziet er nog niet naar uit dat er een andere onbelaste vergoeding voor thuiswerken komt.

Werknemers mogen na 1 juli voor thuiswerkdagen geen onbelaste reiskostenvergoeding meer ontvangen. Welk vervoersmiddel de werknemer gebruikt doet er niet toe. De regels voor de vaste reiskostenvergoeding gelden zowel voor de onbelaste 19 cent per kilometer met eigen vervoer als de vergoedingen voor openbaar vervoer. Betaalt de werkgever meer dan de daadwerkelijk afgelegde reiskosten, dan zijn die vergoedingen belast. Een fulltime werknemer die elke dag per trein tussen Rotterdam en Utrecht reisde kon de afgelopen maanden nog rekenen op een onbelaste reiskostenvergoeding van bijna €500. Ook als deze werknemer die afstand niet daadwerkelijk aflegde en volledig thuiswerkte. Vanaf 1 juli 2021 valt deze vergoeding helemaal weg als deze werknemer thuiswerkt. Om de vaste reiskostenvergoeding te mogen handhaven moet de werkgever aantonen dat de werknemer 36 weken of 128 dagen per jaar naar een vaste werkplek reist. Als dit niet aantoonbaar is, moet er voortaan gedeclareerd worden per reis en zijn te veel uitgekeerde reiskostenvergoedingen belast.

Bron: Salarisnet

twee vrouwen vergaderen aan tafel

3. Wijziging regels verplicht aanbod bij oproepovereenkomst per 1 juli 2021

Op 1 januari 2021 treedt de Verzamelwet SZW in werking. De wet wijzigt onder andere de regels die gelden voor het verplichte aanbod dat na twaalf maanden aan een werknemer met een oproepovereenkomst moet worden gedaan.

Het gaat om twee wijzigingen. Als de werknemer het aanbod heeft geaccepteerd, moet de vaste arbeidsomvang uiterlijk ingaan op de eerste dag van de vijftiende maand van de arbeidsovereenkomst. Eerder mag wel, maar later niet meer.

Ten tweede moet een werknemer niet ten minste een maand de tijd krijgen om het aanbod te accepteren maar een maand. Let op: deze nieuwe regels zullen – in tegenstelling tot de rest van de wet – pas op 1 juli 2021 in werking treden.

Bron: ABU

Actualiteitenochtend

Wil je in één ochtend op de hoogte worden gebracht van alle actuele wet- en regelgeving voor de flexbranche? Op 18 mei praten vier experts je bij over onderwerpen als arbeidsrecht, regulering, inlenersbeloning, privacy en persoonsgegevens op de Actualiteitenochtend. Meld je nu aan!

>