Wijziging transitievergoeding per 1 januari 2020

Marco Hendrikse 11 oktober 2019 4 min
Categorie: Wet & Regelgeving

Per 1 juli 2015 kregen vrijwel alle vaste en tijdelijke werknemers die 2 jaar of langer in dienst zijn geweest (en gemiddeld meer dan 12 uur per week werken), bij ontslag of niet-verlenging van de arbeidsovereenkomst, recht op de transitievergoeding. Het idee erachter is mooi: de vergoeding moet de overgang naar een nieuwe baan makkelijker maken. Zo kan een medewerker de vergoeding bijvoorbeeld gebruiken voor loopbaanadvies of bij- of omscholing.

Met de invoering van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) per 1 januari 2020 wijzigt de transitievergoeding. En, zoals dat bij wijzigingen gaat, zijn er mensen die daarvan juist profiteren, terwijl anderen er bekaaider vanaf komen. Werkgevers zitten met een dilemma, want door ‘te spelen’ met het moment van de beëindiging van het dienstverband van haar medewerkers kan flink bespaard worden op de hoogte van de transitievergoeding. De vraag is echter of dit past bij het principe van ‘goed werkgeverschap’.

Hoe ziet de transitievergoeding er nu ook alweer uit?

In de huidige regeling wordt de transitievergoeding alleen berekend over hele periodes van 6 maanden van de arbeidsovereenkomst. Over de eerste tien jaar van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever 1/6e maandsalaris per elk half dienstjaar vergoeden. Is een werknemer langer dan 10 jaar in dienst, dan bedraagt de vergoeding voor elk jaar volgend na die eerste 10 jaar 1/4e maandsalaris.

Voor vijftigplussers die langer dan 10 jaar in dienst zijn, geldt een ruimere vergoeding. Zij krijgen bij ontslag een half maandsalaris per elk half dienstjaar vanaf hun 50ste levensjaar.

Wat wijzigt er in de transitievergoeding per 1 januari 2020?

Per 1 januari 2020 wijzigt de berekening van de transitievergoeding door de invoering van de WAB. De werknemer heeft dan vanaf de eerste dag van de arbeidsovereenkomst recht op een transitievergoeding bij ontslag. Een werknemer heeft recht op 1/3e maandsalaris per heel dienstjaar. Bovendien vervalt de uitzonderingsregel voor vijftigplussers die langer dan 10 jaar in dienst zijn.

Rekenvoorbeeld

Een rekenvoorbeeld van de huidige situatie en de situatie per 1 januari 2020:

Martijn heeft een bruto maandsalaris van €3.000. Zijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd na 15 jaar dienstverband.

Rekenvoorbeeld huidige situatie:

Over de eerste 10 jaar wordt een transitievergoeding betaald van 1/6e maandsalaris per 6 maanden. Over de resterende duur van het dienstverband (5 jaar) wordt een transitievergoeding betaald van 1/4e maandsalaris per 6 maanden. De totale transitievergoeding die de werkgever dan aan Martijn moet betalen is:

  • 20 x (1/6 x €3000) = €10.000
  • 10 x (1/4 x €3000) = €7.500
  • Totaal                      €17.500

Rekenvoorbeeld situatie per 1 januari 2020:

Over de gehele duur van het dienstverband wordt een transitievergoeding betaald van 1/3e maandsalaris per dienstjaar. De totale transitievergoeding komt dan uit op : 15 x (1/3 x €3000) = €15.000

In de nieuwe situatie betaalt de werkgever een lagere transitievergoeding. Het verschil bedraagt €2.500 in vergelijking met de huidige situatie.

Transitievergoeding kortdurende arbeidsovereenkomsten

Een ander belangrijk verschil is dus dat werknemers vanaf de eerste dag van de arbeidsovereenkomst recht hebben op een transitievergoeding. Ook als de arbeidsovereenkomst slechts enkele dagen duurt.

Bij arbeidsovereenkomsten korter dan een jaar wordt dit naar rato berekend. De transitievergoeding wordt dan berekend volgens de formule: (bruto salaris/bruto maandsalaris) x (1/3 bruto maandsalaris/12)*.

Een voorbeeldberekening:

De werknemer wordt tijdens zijn proeftijd, na 8 dagen, ontslagen. Het brutosalaris over deze 8 dagen is €1600. Het bruto maandsalaris wordt hieraan gelijk gesteld. De berekening is dan als volgt:

(€1600 / €1600) x (€533 / 12) = 1 x €44,42 = €44,22. De werknemer krijgt dus €44,42 transitievergoeding voor de 8 dagen dat deze in dienst was.

In bovenstaand voorbeeld wordt uitgegaan van een ontslag tijdens de proeftijd. Dit kan echter ook een uitzendovereenkomst zijn die van rechtswege eindigt.

Goedkoper én duurder

Voor werkgevers wordt het beëindigen van dienstverbanden van medewerkers die langer dan 10 jaar in dienst zijn, goedkoper vanaf 1 januari 2020. En 50-plussers krijgen bij de invoering van de WAB recht op een lagere vergoeding bij ontslag. Daar staat tegenover dat werkgevers nu ook een transitievergoeding moeten gaan betalen aan medewerkers die (maar heel) kort in dienst zijn.

‘Werkgevers wachten met ontslag 50-plussers’

In de media verschenen al verschillende berichten over berekenend gedrag van werkgevers. Teneur van de artikelen is dat juristen verwachten dat begin 2020 het aantal ontslagzaken flink zal stijgen. Zij hebben indicaties dat werkgevers wachten met het beëindigen van dienstverbanden van 50-plussers. Per geval kan het immers om een verschil in vergoeding gaan van tienduizenden euro’s. Voor werkgevers is het dan gunstiger om nu nog een aantal maanden het salaris door te betalen en vanaf januari een (flink) lagere transitievergoeding te betalen. De werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland ontkennen signalen op te vangen dat ontslagzaken uitgesteld worden. Werkgevers moeten bovendien oppassen dat zij niet van ‘slecht werkgeverschap’ beschuldigd worden en alsnog door de rechter gedwongen worden om een hogere vergoeding te betalen aan de ontslagen 50-plusser.

* dit is ook de formule voor het berekenen van de transitievergoeding van het resterende deel van de arbeidsduur na berekening van de vergoeding voor de hele dienstjaren.

Volledig op de hoogte zijn van wat de wijzigingen in de WAB betekenen voor jou als flexondernemer? Geef je dan op voor het seminar cao en WAB-dilemma’s of volg de e-learning WAB.


Marco Hendrikse | manager marketing & content

Marco Hendrikse, manager marketing & content van artra en de Academy for Recruitment. Schrijft over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, recruitment en HRM.

>