Wetsvoorstel voor meer zekerheid flexwerkers ingediend bij de Tweede Kamer

Lianne Brouwer 21 mei 2025 3 min
Categorie: Wet & Regelgeving

Op 19 mei is de nieuwe Wet meer zekerheid flexwerkers ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel heeft als doel om flexwerkers meer duidelijkheid en stabiliteit te bieden. Wat houdt deze wet in, en waarom is deze wet zo relevant voor uitzend- en flexkrachten? We nemen je mee in de belangrijkste punten.

Waarom deze wet?

Deze wet moet samen met enkele andere wetsvoorstellen zorgen voor meer zekerheid voor werknemers met een flexibel arbeidscontract. Het wetsvoorstel streeft naar een betere balans: flexibiliteit waar nodig, maar met meer zekerheid voor de werkende.

 Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum: “Als je zeker bent van je inkomen en van je werktijden geeft dat rust. Het schept ruimte om plannen te maken voor de toekomst. Om misschien een huis te kopen of een gezin te stichten. Nederland kent ontzettend veel mensen met een onzeker arbeidscontract, veel meer dan het Europees gemiddelde. Ook wordt er veel via uitzendbureaus gewerkt in Nederland. En we zien dat dit zorgt voor misstanden. Voor sommige bedrijven en sectoren is onzekere arbeid een verdienmodel geworden. Met dit wetsvoorstel vergroten we direct de bestaanszekerheid van mensen. En we maken het ook weer moeilijker om mensen uit te buiten via draaideur- of uitzendconstructies.”

Glimlachende man die naar zijn laptop kijkt. Symbool voor het lezen van het wetsvoorstel

Wat zijn de belangrijkste veranderingen?

1. Gelijke arbeidsvoorwaarden
Werk je via een uitzendbureau? Dan krijg je volgens het wetsvoorstel recht op minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als iemand in loondienst bij de opdrachtgever. Ook worden de uitzendfases waarin je elke dag kan worden ontslagen of niet weet hoeveel uren je kan werken verkort van anderhalf jaar naar één jaar. Zo krijgen uitzendkrachten meer grip op hun werk en toekomst.

2. Weg met draaideurconstructies
Tijdelijke contracten zijn bedoeld voor écht tijdelijk werk. In de praktijk zie je nog dat mensen in een soort draaideur blijven hangen. Dit voorstel maakt hier een eind aan. Nu mag er na drie tijdelijke contracten zes maanden lang geen tijdelijke contracten worden gegeven. Deze tussenperiode wordt in de nieuwe wet vervangen door een termijn van vijf jaar. Uitzonderingen in cao’s mogen straks alleen nog heel beperkt worden gemaakt.

3. Oproepcontracten
De nulurencontracten verdwijnen. In plaats daarvan komt er een bandbreedtecontract. Dit houdt in dat er een minimum- en maximumaantal uren wordt afgesproken, met een verschil van maximaal 30%. Dus: bij een contract van 10 uur, mag je maximaal 13 uur worden ingepland. Alles daarboven mag je weigeren. Werk je structureel meer? Dan moet je werkgever een nieuw contract aanbieden met meer uren. Zo weet je als werknemer beter waar je aan toe bent, zowel qua inkomen als qua planning. De wet kent wel een uitzondering voor scholieren en studenten met een bijbaan. Zij kunnen wél op oproepbasis blijven werken.

Wat zijn de vervolgstappen?

De wet ligt nu bij de Tweede Kamer. Als die akkoord gaat, en de Eerste Kamer volgt, gaat het merendeel van de regels in op 1 januari 2027. De regel over gelijke beloning voor uitzendkrachten kan al een jaar eerder ingaan: op 1 januari 2026.

Wij volgen dit nieuws op de voet, en houden je op de hoogte! Wil je de kamerstukken en brieven inzien? Deze vind je hier.

>