Scholing van medewerkers blijft uitdaging voor werkgevers

Marco Hendrikse 12 juni 2020 3 min
Categorie: Opleiding & Ontwikkeling

Jaarlijks voert Berenschot een onderzoek uit naar de prioriteiten van HR-professionals. Het thema ontwikkeling en scholing heeft dit jaar het thema werving van de eerste plaats verdrongen. HR-professionals zien dat snel veranderende omstandigheden en toenemende digitalisering vragen om opleiding en training.

En dat daar nog wel iets te winnen valt blijkt wel uit de publicatie ‘Arbeidsmarkt in kaart: wel- en niet-werkenden – editie 2’ met een aantal hoofdstukken over scholing. Dit rapport is in mei 2020 door het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) gepubliceerd. Het SCP meldt dat van de werkenden uit 2018 39% in de 2 jaar voorafgaand aan de meting scholing had gevolgd. Het gaat dan om opleidingen die van belang zijn voor werk of beroep. Het SCP, dat deze metingen sinds 2002 doet, constateert dat dit percentage door de jaren heen stabiel blijft. Een wat wrange constatering. Immers, al jaren wordt geroepen dat veranderende omstandigheden en technologische ontwikkelingen vragen om meer opleiding en training.

Scholing naar leeftijd

Naar leeftijd en opleidingsniveau zijn er grote verschillen. Traditioneel zijn het de jongere werkenden tot 35 jaar die de meeste scholing volgen. Sinds 2010 wordt dit wel steeds iets minder en in de laatste meetperiode is deze groep zelfs ‘ingehaald’ door 35-44 jarige werkenden. Oudere werkenden (55-plussers) scholen het minst bij. Echter, sinds 2008 is bij deze groep wel een toename te zien. in 2018 had 1 op de 3 oudere werkenden een opleiding of cursus gevolgd. Ter vergelijk, in 2004 was dit slechts een kwart van de oudere werkenden.

Scholing naar leeftijd

Scholing maar opleidingsniveau

Vooral naar opleidingsniveau zijn de verschillen groot. Laagopgeleiden volgen veel minder vaak een cursus of training dan hogeropgeleiden. Daarvoor geeft het SCP verschillende redenen:

  • Hoogopgeleiden zijn assertiever en nemen vaker zelf het initiatief tot scholing
  • Werkgevers zijn minder geneigd om te investeren in scholing van laagopgeleiden. Al haast het SCP zich te zeggen dat verschillende onderzoeken elkaar op dit punt tegenspreken.
  • Lager opgeleiden zien de toegevoegde waarde van scholing minder dan hoger opgeleiden.

Van de lager opgeleiden is 28 procent geschoold in de periode 2017-2018. Van de hoger opgeleiden heeft de helft een training of opleiding gevolgd. Bij middelbaar opgeleiden (mbo, havo, vwo) heeft 35 procent scholing gevolgd. Dit percentage daalt echter al jaren en kruipt richting het niveau van de lager opgeleiden.

Lees ook: Scholing en ontwikkeling voor intelligent herstelbeleid

Scholing uitzendkrachten en zelfstandigen

Uitzendbureaus moeten 1,2 procent van de jaarlijkse loonsom van uitzendkrachten opzij zetten voor scholing. Volgens Stichting Doorzaam volgt 14 procent van de uitzendkrachten een opleiding. Uitzendkrachten moeten daar wel zelf om vragen.

Voor zzp’ers ligt het percentage anders. In het begin van deze eeuw schoolden zelfstandigen zich mondjesmaat bij. Nog niet een derde van de zelfstandigen volgde toen een cursus of opleiding. Het percentage vrouwelijke zelfstandigen dat scholing volgt ligt nu echter zelfs hoger dan dat van werknemers in loondienst. Dit komt doordat steeds meer vrouwelijke zzp’ers hoogopgeleid zijn en werkzaam in sectoren, zoals de zorg, waar veel geschoold wordt. De scholingsgraad onder mannelijke zzp’ers is wel lager dan gemiddeld.

Tekort aan kennis en vaardigheden

Het SCP vraagt werkgevers ook of zij vinden dat medewerkers voldoende kennis en vaardigheden hebben. Een op de 6 werkgevers (16%) vindt dat sommige werknemers onvoldoende zijn toegerust voor de eisen die het werk de komende jaren stelt. Werkgevers geven aan dat deze medewerkers een tekort aan inhoudelijke kennis of vaardigheden hebben (63%) of een gebrek aan brede inzetbaarheid (60%). Bijna de helft van deze werkgevers (dus 8% van alle Nederlandse werkgevers) klaagt over de bereidheid van het personeel om bij te scholen.

 

>