Akkoord over pensioenregeling uitzendkrachten

Op 7 november meldden zowel ABU als NBBU een akkoord met de vakbonden over een nieuwe pensioenregeling voor uitzendkrachten. Per 1 januari 2026 wordt de cao voor uitzendkrachten aangepast. Er komt dan één uniforme pensioenregeling die voldoet aan het SER-MLT-advies en de Wet toekomst pensioenen (WTP). De nieuwe pensioenregeling gaat jaarlijks voor circa 1 miljoen werkenden gelden.

Betere pensioenregeling

Uitgangspunt van de onderhandelingen was een betere pensioenregeling voor uitzendkrachten. De regeling moet marktconform zijn en aansluiten bij de nieuw Wet toekomst pensioenen. Partijen hebben afgesproken dat de bruto pensioenpremie 23,4% wordt van de pensioengrondslag, met een premieverdeling van 15,9% voor werkgevers en 7,5% voor werknemers.

De vernieuwde pensioenregeling omvat ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen en een arbeidsongeschiktheidsvoorziening, waarbij minimaal 20% van de premie wordt besteed aan de opbouw van het ouderdomspensioen.

Instemmen

De leden van de vakbonden en van ABU en NBBU moeten het voorstel nog wel goedkeuren. Naar verwachting gebeurt dat eind november. Daarna zal in samenwerking met StiPP de regeling verder uitgewerkt worden. Daarna wordt de cao voor uitzendkrachten aangepast per 1 januari 2026.

Update 8-12-2023: De leden van de ABU, NBBU en de vakbonden hebben ingestemd met het onderhandelingsresultaat.

>